Leestijd: < 1 minuut17:30 – Ik ben gewoon bang om er niet meer te zijn, om mijzelf niet meer waar te nemen, om mijzelf los te laten, dus ga ik erover nadenken en het beredeneren, en het proberen te verklaren → ik (het ego) houdt zichzelf hiermee in stand, omdat het weet dat het anders afsterft, dat het anders dood gaat, dat er niets meer van hem overblijft. De lichamelijke spanning is een schijnzekerheid en een schijnveiligheid t.o.v. het onbekende, het ‘niets’ en de angst om dood te gaan, de angst om er niet meer te zijn.
Non-dualiteit is leuk om mee te spelen als concept, maar als realiteit heftig, intens en regelmatig pijnlijk om mee te dealen. Ondanks dat overtuigingen niets met ‘mij’ te maken hebben, doet het regelmatig verdomd veel pijn om ze los te laten. Het onbekende jaagt me de stuipen op het lijf, en dat voel ik ook lichamelijk heel intensief, ondanks dat ik mij rationeel bewust ben dat er geen enkele reden is dat het onbekende ‘slechter’ zou zijn dan de staat waar ik me nu in begeef. Sterker nog, de kans is groter dat het onbekende ‘beter’ is t.o.v. mijn huidige staat waarin ik pijn lijd en kamp met een negatief zelfbeeld en een minderwaardigheidscomplex. Mijzelf zoals ik mijzelf ken loslaten is niet plezierig en fucking heftig, maar wel noodzakelijk. Ik merk dat ik gewoon niet anders kan; ik word als het ware ‘gedwongen’. ~ lzv